•    Smelt de boter in een hittebestendige kom boven een pan met zachtjes kokend water. Voeg de acaciahoning en suiker toe, en roer tot alles goed gemengd is.
•    Klop de eieren los in een aparte kom. Voeg ze toe aan het boter-honingmengsel, terwijl je constant roert om te voorkomen dat de eieren gaan stollen.
•    Voeg de baking soda toe en blijf roeren tot het mengsel begint te schuimen en in volume toeneemt.
•    Haal de kom van het vuur en voeg geleidelijk de bloem toe, roer goed totdat je een zacht deeg hebt.
•    Verdeel het deeg in 8-10 gelijke porties. Rol elke portie dun uit (circa 2-3 mm dik) op een met bloem bestoven werkvlak.
•    Verwarm de oven voor op 180°C.
•    Leg elke uitgerolde deeglaag op een bakplaat bekleed met bakpapier. Prik er met een vork gaatjes in om luchtbellen te voorkomen.
•    Bak elke laag gedurende 5-7 minuten of totdat deze goudbruin is.
•    Haal de lagen uit de oven en snijd ze meteen bij met een bord of een ronde vorm om gelijkmatige cirkels te krijgen. Bewaar de restjes voor de afwerking.
•    Klop de zure room en slagroom samen met de poedersuiker en vanille-extract tot een luchtige, stevige crème.
•    Begin met een taartlaag en smeer er een royale laag van de roomvulling op. Herhaal dit proces totdat alle lagen en room zijn gebruikt.
•    Verdeel de overgebleven roomvulling over de bovenkant en zijkanten van de taart.
•    Verkruimel de restjes van de taartlagen en gebruik deze om de bovenkant en zijkanten van de taart te bedekken.
•    Laat de taart minstens 6 uur (bij voorkeur een nacht) in de koelkast rusten zodat de lagen goed kunnen doordrenken en de smaken zich ontwikkelen.
•    Haal de taart uit de koelkast en laat deze 30 minuten op kamertemperatuur komen voor het serveren. Garneer eventueel met extra honing